Image
AZC Joseph Haydnlaan

Vluchtelingen

Samenvatting

Begin 2023 wonen circa 2.660 statushouders in Utrecht, 400 meer dan een jaar eerder. In 2022 heeft Utrecht 765 statushouders gehuisvest. Daarmee is de achterstand in de huisvestingsopgave weggewerkt en begint Utrecht de aanzienlijke opgave voor 2023 met een voorsprong van 116 statushouders. Naast de statushouders kwamen er in 2022 ook veel vluchtelingen uit Oekraïne naar Utrecht.

In het kort

Kerncijfers
  2019 2020 2021 2022 2023
aantal erkende vluchtelingen/statushouders in Utrecht op 1 januari 3.064 3.072 2.287 2.262 2.659
aantal erkende vluchtelingen/statushouders in Utrecht met vergunning bepaalde tijd 2.734 2.409 1.645 1.698 2.048
aantal erkende vluchtelingen/statushouders in Utrecht met vergunning onbepaalde tijd 330 663 642 564 611
taakstellingsopgave huisvesting statushouders (excl. achter-/voorstand) 236 239 497 478 991
achterstand huisvestingsopgave op 1 januari -10 23 79 171 -116
aantal te huisvesten statushouders (incl. achterstand) 226 262 576 649 875
aantal gehuisveste statushouders 203 183 405 765 nnb
Bron: BRP, gemeente Utrecht; COA

Aantal statushouders in 2022 toegenomen

Mensen die naar Nederland komen om hier asiel aan te vragen, krijgen een voorlopige verblijfsvergunning of een afwijzing. Een asielzoeker die een voorlopige verblijfsvergunning ontvangt krijgt officieel de status van vluchteling, ook wel statushouder genoemd. Op 1 januari 2023 zijn er 2.659 statushouders in de Basisregistratie Personen (BRP) van Utrecht geregistreerd. Dit aantal is exclusief statushouders die inmiddels zijn verhuisd naar een andere gemeente of genaturaliseerd (naturalisatie is mogelijk als iemand vijf jaar in Nederland woont en het inburgeringsexamen heeft gehaald). Begin 2019 en 2020 lag het aantal statushouders boven 3.000 en begin 2021 en 2022 onder 2.300. In het jaar 2022 is het aantal met 400 toegenomen.

Infogram URL

Veel statushouders uit Syrië, Eritrea en Afghanistan

Van de 2.659 statushouders die begin 2023 in Utrecht wonen is 59% man en 41% vrouw. Twee op de drie statushouders (67%) is tussen 15 en 45 jaar oud; 17% is jonger dan 15 jaar en 16% is 45 jaar of ouder. Ruim 900 statushouders hebben de Syrische nationaliteit (35%); Utrecht heeft ook veel statushouders met de Eritrese of Afghaanse nationaliteit (resp. 10% en 9%). Meer dan de helft van de statushouders woont in de wijken Overvecht (21%), Zuidwest (17%) en West (15%). In de wijken Binnenstad, Oost, Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern wonen aanzienlijk minder statushouders (tezamen 15%).

Infogram URL

Asielinstroom in 2022 sterk toegenomen

Cijfers van IND/CBS laten zien dat de landelijke asielinstroom in 2022 flink is gestegen. De totale asielinstroom in Nederland betrof vorig jaar 46.500 personen (waarvan 35.500 met een asielaanvraag en 11.000 nareizende gezinsleden). Dat is een forse toename ten opzichte van voorgaande jaren. In 2021 was de instroom 34.900. In 2020 bleef door internationale reisbeperkingen als gevolg van corona de instroom beperkt tot 17.600 personen. De asielinstroom in 2022 ligt echter ook aanzienlijk hoger dan in 2019, toen die 26.700 personen bedroeg. Net als voorgaande jaren heeft de grootste groep asielzoekers in 2022 de Syrische nationaliteit: 36% van het totaal. Daarna komen de meeste asielverzoeken van mensen uit Afghanistan, Turkije en Jemen (elk 7% à 8%).

Veel vluchtelingen uit Oekraïne

Door de oorlog in Oekraïne kwamen afgelopen jaar veel Oekraïners naar Nederland. Door de Richtlijn Tijdelijke Bescherming van de Europese Unie hoeven Oekraïners geen asielaanvraag in te dienen om in Nederland te mogen verblijven. Zij vallen dus niet onder de groep statushouders. In 2022 hebben ongeveer 1.800 personen met de Oekraïense nationaliteit zich ingeschreven in de BRP van Utrecht (waarvan 96% in Oekraïne woonde voordat zij naar Nederland kwamen). Daarnaast hebben circa 400 personen met de Oekraïense nationaliteit zich in 2022 uitgeschreven uit Utrecht (waarvan 60% is verhuisd naar een andere gemeente in Nederland, 32% naar Oekraïne en de overige 8% naar een ander land, veelal binnen de EU). Het dashboard van de gemeentelijke Oekraïnemonitor geeft een actueel overzicht van het aantal Oekraïners in Utrecht en hun verdeling over opvanglocaties, wijken en leeftijdsklasse.

De registratie van Oekraïners is niet 100% dekkend. De groep kenmerkt zich door een grote mobiliteit met forse in- en uitstroom buiten de regie van de gemeente om. Bovendien is registratie niet verplicht. Een deel van de Oekraïners is niet in beeld, doordat deze mensen eigen onderdak hebben geregeld en zich niet in de BRP hebben geregistreerd. Een ander deel is verhuisd zonder dit door te geven aan de gemeente. Uit onderzoek van het CBS blijkt dat de helft van de Oekraïense vluchtelingen in Nederland op 1 november 2022 op een adres woonde dat eerder nog onbewoond was. Het betreft dan bijvoorbeeld snel opgeknapte huizen en slaapplaatsen in opvanglocaties als een sporthal, kantoorruimte, school, opvangboot en ook de Jaarbeurs.

Achterstand huisvestingsopgave ingelopen

Voor het jaar 2022 kreeg Utrecht de taak om 478 statushouders te huisvesten. Deze taakstelling was vergelijkbaar met 2021, maar een verdubbeling ten opzichte van de jaren 2019 en 2020. Vanwege de achterstand van 171 nog te huisvesten personen aan het begin van het jaar, stond Utrecht voor de opgave om in 2022 voor 649 statushouders woonruimte te vinden. In dat jaar heeft de gemeente Utrecht versneld een inhaalslag gemaakt door vier weken lang sociale huurwoningen die vrijkwamen te reserveren voor statushouders. Daarmee heeft de gemeente Utrecht haar achterstand in kunnen lopen en de taakstelling voor 2023 kunnen halen. Door het na-ijleffect van nareizigers zijn er meer statushouders gehuisvest en begint Utrecht de taakstelling van 2023 met een voorstand van 116.

Taakstelling 2023 hoger dan voorgaande jaren

De taakstelling voor 2023 is vastgesteld op 991 statushouders. Dit is aanzienlijk hoger dan de taakstelling van 2022 (478) en 2021 (497), en meer dan het vierdubbele van de taakstelling van 2020 (236) en 2019 (239). Met een verrekening van de voorstand blijft er een opgave over van 875 te huisvesten statushouders in 2023.

Infogram URL

Het Rijk bepaalt de landelijke taakstelling voor het huisvesten van statushouders aan de hand van het te verwachten aantal vluchtelingen dat een verblijfsvergunning ontvangt. Daarna verdeelt het Rijk deze taakstelling evenredig over gemeenten op basis van het aantal inwoners per gemeente. Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) koppelt de statushouders na de asielprocedure aan gemeenten voor huisvesting. De gemeenten moeten vervolgens passende woonruimte bieden.

Utrechtse statushouders: veel Syriërs, jongeren en mannen

De Divosa Benchmark Statushouders geeft met cijfers een beeld over de ontwikkelingen van statushouders per gemeente. De benchmark volgt een groep statushouders die vanaf 2014 een verblijfsvergunning in Nederland hebben gekregen. Elk jaar wordt deze groep aangevuld met de nieuwe statushouders. De meest recente cijfers zijn van 1 juli 2022. De gevolgde groep bevat in totaal 3.710 statushouders (inclusief nareizende gezinsleden) die in 2014 of later een verblijfsvergunning hebben ontvangen en die op 1 juli 2022 in Utrecht woonachtig zijn. In de periode van 2014 tot 1 juli 2022 was de instroom vanuit andere gemeenten naar Utrecht hoger dan de uitstroom (650 versus 275 statushouders).

De groep met Utrechtse statushouders bestaat voor 58% uit mannen en 42% uit vrouwen. De meesten van hen hebben de Syrische (54%) of Eritrese (15%) nationaliteit. Op basis van de samenstelling van het huishouden is de groep statushouders in Utrecht te verdelen in thuiswonende kinderen (33%), ouders met kinderen (6% als alleenstaande ouder, 27% met een ander), stellen zonder kinderen (7%) en alleenstaanden (24%). Naast het grote aandeel minderjarigen (27%) kenmerkt de groep zich door een groot aantal jongvolwassen van 18-26 jaar (19%); verder is 40% in de leeftijd van 27-44 jaar en slechts 15% ouder dan 44 jaar.

Aandeel werkenden neemt toe met verblijfsduur

Van de gevolgde groep statushouders in Utrecht zijn er 2.650 in de leeftijd van 18 tot 65 jaar. Van hen ontvangt 53% een bijstandsuitkering, heeft 37% betaald werk en volgt 14% onderwijs (deels naast uitkering of baan). Dit betreft de situatie op 1 juli 2022. In onderstaande figuur is voor vier afzonderlijke cohortjaren het aandeel werkenden gegeven in de periode 1 januari 2018 tot 1 juli 2022. Hierin komt duidelijk naar voren dat hoe ouder het cohortjaar is (met andere woorden hoe langer de verblijfsduur in Nederland), des te groter het aandeel werkenden. Van de cohortgroep uit 2014 heeft 50% medio 2022 betaald werk, terwijl dit voor het recente cohort uit 2020 slechts 21% is.

Infogram URL

Onderzoek van het CBS laat zien dat de arbeidsparticipatie van vluchtelingen uit Oekraïne sneller verloopt dan van andere vluchtelingengroepen. Van de Oekraïense vluchtelingen tussen 15 en 65 jaar die in november 2022 in Nederland verbleven, had bijna de helft betaald werk als werknemer. Oekraïense vluchtelingen die na de Russische invasie naar Nederland kwamen, hebben een uitzonderingspositie ten opzichte van andere migranten van buiten de Europese Unie, omdat zij geen arbeidsvergunning nodig hebben om hier te mogen werken.

Publicatiedatum: 16-05-2023