Image
Huurwoningen in Utrecht Zuid

Huurwoningmarkt

Samenvatting

Het aandeel sociale huurwoningen in corporatiebezit is al meerdere jaren stabiel (29%). Ook de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning (11 jaar) is al langere tijd hetzelfde. De huurprijzen in Utrecht stijgen in 2023 minder snel dan het landelijk gemiddelde.

In het kort

Kerncijfers
  2019 2020 2021 2022 2023
aantal huurwoningen (per 1 januari) 78.979 81.364 85.498 86.307 89.266
% huurwoningen (per 1 januari) 51 52 54 53 54
% corporatiewoningen (per 1 januari) 31 31 31 30 30
% particuliere huurwoningen (per 1 januari) 20 21 23 23 24
voorraad sociale huurwoningen in corporatiebezit (per 1 januari) 44.784 44.673 46.554 46.939 47.515
% sociale huurwoningen in corporatiebezit (per 1 januari) 29 29 29 29 29
voorraad corporatiebezit met huurprijs boven liberalisatiegrens (per 1 januari) 3.183 3.239 2.808 2.560 2.085
aantal toewijzingen van sociale huurwoningen - 2.359 2.432 2.393 2.500
gemiddelde inschrijfduur (wachttijd) sociale huurwoning (in jaren)* - 11,3 11,6 11,1 11,0
gemiddelde zoektijd sociale huurwoning (in jaren)* - 6,4 6,3 5,5 5,7
% gemiddelde slaagkans sociale huurwoning** - 4,0 5,0 3,8 3,7
% gemiddelde huurverhoging (inclusief huurharmonisatie) 2,4 2,6 1,6 3,5 2,4
% middenhuur woningen (per 1 januari) 11 12 11 14 16
* Gemiddelde inschrijfduur (wachttijd) en zoektijd in jaren bij verhuring in het aanbodmodel.
** De slaagkans van woningzoekenden is berekend door het aantal toewijzingen te delen door het aantal actief woningzoekenden (in aanbod- en/of lotingmodel).
Bron: BAG, BghU, RWU, bewerking gemeente Utrecht (huurwoningen naar eigendom en huurprijs); WoningNet; CBS

Aandeel particuliere verhuur gestegen

Het aantal huurwoningen is het afgelopen jaar gestegen en komt uit op ruim 89.000 op 1 januari 2023. De woningvoorraad bestaat hiermee voor 54% uit huurwoningen. Die groei zit vooral in de particuliere huursector die met 8% is toegenomen. De huurvoorraad groeide in 2022 met 3,4%. Begin 2023 bedraagt het aandeel corporatiewoningen 30% en het aandeel particuliere verhuur 24%. Het aandeel particuliere verhuur is gestegen sinds 2019 (+4 procentpunt). De stijging in 2022 komt met name door de nieuwbouwopleveringen van woningen in de particuliere verhuur. Zie ook het hoofdstuk Koopwoningmarkt.

Grote wijkverschillen in particuliere verhuur en corporatiebezit

Wijk Binnenstad kent veruit het grootste aandeel particuliere verhuur (45%), op afstand gevolgd door Zuidwest (29%), Noordoost (26%) en Leidsche Rijn (26%). In de wijken Leidsche Rijn (+4 procentpunt) en Noordoost (+3 procentpunt) stijgt het aandeel particuliere huurwoningen. Ook in de wijken Overvecht (+1 procentpunt), Binnenstad (+1 procentpunt) en Vleuten-De Meern (+1 procentpunt) is een toename zichtbaar. Geen enkele wijk kent een afname in het aandeel particuliere verhuur. In West, Oost en Zuidwest blijft het aandeel stabiel. Overvecht heeft veruit het grootste aandeel corporatiebezit (60%), gevolgd door Zuid (40%) en Zuidwest (38%). De wijken met het minste corporatiebezit zijn Noordoost (15%) en Binnenstad (16%). Het totaal aandeel huurwoningen is het hoogst in Overvecht (80%), Zuidwest (67%) en Binnenstad (61%). De wijken met het kleinste aandeel huurwoningen zijn Vleuten-De Meern (31%), Noordoost (41%), en West (44%). 

Infogram URL

Huurprijzen stijgen minder snel dan landelijk gemiddelde

Uit cijfers van het CBS blijkt dat de huurprijzen in Utrecht per juli 2023 gemiddeld met 2,4% omhoog zijn gegaan vergeleken met een jaar eerder. In dezelfde periode stegen de huren landelijk met 3,0%. Dit is de sterkste huurstijging na 2014. De gemiddelde huurstijging van een sociale huurwoning in bezit van een woningcorporatie is 2,6%. Voor sociale huurwoningen die geen corporatiewoning zijn, is de huurverhoging 2,8%. 

Begin 2023 is 33% van de totale woningvoorraad in Utrecht een huurwoningen met een (deels geschatte) huurprijs onder de liberalisatiegrens (huurprijs tot € 808 per maand). De meeste woningen in dit sociale segment zijn in bezit van woningcorporaties. Particuliere huurwoningen zijn vooral te vinden in het middensegment (€ 808 tot € 1.127 per maand) en het dure segment (huurprijs boven € 1.127 per maand).

Aandeel sociale huurwoningen in corporatiebezit opnieuw stabiel

Begin 2023 bestaat 29% van de totale woningvoorraad uit sociale huurwoningen in corporatiebezit met een huurprijs onder de € 808 per maand. Dit aandeel is sinds 2019 stabiel. In de jaren daarvoor was een afname te zien vanwege huurprijsstijgingen, waardoor sociale particuliere huurwoningen waren doorgeschoven naar het midden- en duurdere segment. Begin 2023 was het grootste aandeel sociale huurwoningen in corporatiebezit te vinden in Overvecht (58%), Zuid (38%) en Zuidwest (37%).  

Gemiddeld 11 jaar wachttijd voor een sociale huurwoning

De afgelopen vier jaar schommelt de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning tussen de 11 en 12 jaar. De zoektijd is de tijd tussen de eerste reactie die een woningzoekende plaatst en de toewijzing van de woning. In 2023 bedraagt de gemiddelde zoektijd 5,7 jaar. Deze zoektijd ligt gelijk aan het voorgaande jaar en lager dan in de jaren daarvoor. 

Infogram URL

Publicatiedatum: 24-04-2024